Natuurwezens uit het boek "Samen, de natuur als familie" door prinses Irene geschreven
Ik herinner me nog dat een blinde violist mij uitzocht om hem door de tuin te begeleiden. Ik was toen een jaar of tien. Tussen de ginkgo en de juttepeer stond hij stil. Met een verrukt gezicht legde hij zijn hand heel voorzichtig tegen de stam en zei:"Ik voel nu met mijn handen hoe de boom leeft. Ik voel de sappen omhoog en omlaag gaan." Maar toen legde hij zijn oor tegen de stam en zei:"Luister eens, hoor jij ook de kaboutertjes tussen de wortels, die daar doen wat de boomelf hun gevraagd heeft?"
Telkens als ik later in het laantje kwam, legde ik mijn hand of oor tegen de stam en steeds meer was ik bereid ongezien leven te erkennen. En ik leefde helemaal mee toen op de cursus een van de cursisten me meetrok en vroeg: "Zie je ze ook?" Ik zag niets, maar voelde wel dat er iets heel bijzonders voor haar aan de hand was. "Kijk daar staan ze weer," zei ze met tranen in haar ogen en ze beschreef de twee natuurwezens van ongeveer een meter hoog, die al een hele tijd met haar meeliepen op haar tocht door de tuin en die haar op een stil plekje een boodschap voor ons allemaal meegegeven hadden. Ze zeiden: Anneke
|