met dank aan Stichting Demeter
voor het mogen plaatsen van dit artikel.

OVER ONZE OMGANG MET ELEMENTWEZENS
uit 'Dynamisch Perspectief' voor Biologische Landbouw, Sept 2004
Door Jan Diek van Mansvelt


Tanis Helliwell Eind mei was de Canadese management consultant Tanis Helliwell in ons land. Vrijdagavond vertelde zij in een volle zaal van het Driebergse Ionagebouw over haar Ierse zomervakantie met het kleine volkje. De dagen daarna gaf zij een workshop over de omgang met hen, begin juni had Jan Diek van Mansvelt een gesprek met haar bij hem thuis in Rotterdam.

Dit artikel begin ik met een reeks citaten uit haar boek "Een zomer met het kleine volkje", uitgegeven in de Indigo reeks (Christofoor, Zeist, 2004). Die citaten staan steeds tussen aanhalingstekens. Daarna doe ik verslag van haar optreden in Driebergen en van ons gesprek bij mij. Ik sluit af met enkele ervaringen van deelnemers aan haar workshop.

Het boek

Bij hun eerste ontmoeting vertelt de man-van-het-kleine-volkje, de leprechaun aan de verbaasde Tanis: "Zie je, elementenwezens kunnen, anders dan mensen, nooit tot scheppers op deze planeet worden. Mensen hebben zich, vanaf het allereerste begin van hun evolutie, getraind om schepper te worden. Een soort goden-in-opleiding, zou je kunnen zeggen. Daarbij is de aarde dus jullie school. Mensen beschikken over vrije wil, een noodzakelijkheid voor alle scheppers. En jullie zijn het ras op deze planeet dat die gave heeft."
Hij vervolgt: "De menselijke wetten verschillen van die van de elementenwezens. Elementenwezens kennen niet, zoals jullie, het begrip 'moraliteit'. En: "Jullie mensen, jij uitgezonderd, zijn niet in staat de lichtere vibraties te zien, … zoals die van overleden mensen, of van de wolkenwezens, of de wezens die de bomen laten groeien." "Wij hangen de theorie aan dat mensen zich misschien wel expres grof en compact gemaakt hebben om gewoon te kunnen doen waar ze zin in hebben - ze zien ons en andere wezens immers toch niet." "Het is ons opgevallen dat mensen een zeer sterke drang hebben om aan alles wat ze maar willen toe te geven. Dat is om zo te zeggen de keerzijde van de medaille van de vrije wil. Wezens hebben de vrije wil nodig om te kunnen scheppen, maar de meeste mensen gaan door een heel proces van strijd met hun eigen sterke wil - jullie noemen dat ego - om die zó te kunnen gebruiken als de schepper dat heeft bedoeld."

"De gaven van de elementenwezens zijn die van het lachen, de blijheid en de schoonheid. De menselijke gaven zijn die van de wil, het handelen, het doen", hoort Tanis dan van haar leraar, die zijn naam niet kan noemen omdat hij dan zijn essentie blootstelt aan misbruik: bijvoorbeeld van lezers van het boek dat zij over hem en zijn lotgenoten gaat schrijven. In veel oude gemeenschappen waren zowel het noemen van namen als het elkaar direct in het gezicht kijken héél delicate handelingen, die alleen onder de juiste voorwaarden en op de geëigende momenten plaats mochten vinden. Toppunten van intimiteit: "voor wie ik liefheb wil ik heten …." dichtte Neeltje Maria Min ooit.

"Wij zijn op zoek naar mensen met wie we kunnen samenwerken, zowel ten bate van onze beide rassen als ook tot heil van de Aarde als geheel", vertrouwt het elementenwezen haar even verder in het boek toe. Dat kan alleen als mensen in het kleine volkje geloven, als de mensen beseffen dat zij de vreugde op aarde brengen, de schoonheid van de natuur, van onze lichamen, van 'alles dat groeit en bloeit'. "Als jullie in ons geloven, creëert dat versterkte denkvormen.
Denkvormen die wij nodig hebben om te functioneren en te groeien. Dat kost jullie maar weinig energie terwijl het ons heel veel energie geeft." "Daarmee zouden wij dan meer bewustzijn en vervolgens vrije wil kunnen ontwikkelen, en zo net als jullie medescheppers worden. Dat zou onze evolutie beslist bespoedigen." Die opmerking luidt een nieuw perspectief in de relatie mens-natuurwezens in: die van hun vrijheidsontwikkeling. "Een andere manier om met ons samen te werken is als mensen een samenwerkingsverband aangaan met de elementenwezens die met hén willen samenwerken." "Elementenwezens kunnen het patroon in individuele mensen zien en we kunnen jullie bij je ontwikkeling helpen zoals we dat ook bij bomen of planten kunnen."

De lezing

Als zij in het Ionagebouw in levende lijve over haar ervaringen vertelt, zie ik haar voor het eerst. Ze is klein van stuk, tenger gebouwd en heeft een hoge snelle lach, waarin ik de elementenwezens meen te horen mee lachen. Veel van de meer dan tweehonderd mensen die naar haar komen luisteren zijn blij verrast elkaar daar te zien: "Jij ook al? Wat leuk! Ik wist niet dat jij je ook voor het Kleine Volkje interesseerde." De komende zaterdag en zondag geeft Tanis dan voor zo'n vijftig van de aanwezigen een tweedaagse cursus over manieren om vorm te geven aan onze verhouding met deze, voor de meeste mensen vooralsnog onzichtbare wereld.

Zij opent de avond met de mededeling dat ze het nu vooral wil hebben over de toestand van het wezen Gaia: onze aarde. Haar boodschap is dat we, als we over de aarde nadenken, vooral bewust optimistisch moeten blijven. Want daar waar we onze aandacht op richten, daarheen gaat onze energie. Aandacht is energie. Veel mensen blijken onbewust een groot deel van hun dagen te vullen met het uiten van hun ongenoegen over alles wat ze aan storende ervaringen tegenkomen. We schelden en klagen vaak veel meer dan we willen weten. Op en over van alles en nog wat, tot aan onze kinderen en onze partners toe. En omdat 'wat binnen in ons is ook buiten om ons heen is', en omgekeerd, vullen we daardoor niet alleen ons innerlijk maar ook de wereld om ons heen met negatieve energie. Daarmee maken we, zonder het ons bewust te zijn, onszelf en de wereld om ons heen steeds zieker.
Als we daarentegen bewust zonnig zijn, als we opzettelijk vriendelijkheid, humor en positiviteit uitstralen naar alles en iedereen om ons heen, dan zaaien we gezondheid. En dan kunnen we uit de wereld om ons heen dus ook weer gezondheid oogsten. Stel dat slechts één procent van de mensen op aarde zich steeds weer op de positieve kanten van het bestaan, van de wereld richt, dan zal dat de wereld helen. Als een medicijn. Daarmee begint Tanis haar verhaal.

Vervolgens neemt zij de positieve kant van alle negatieve ontwikkelingen om ons heen onder de loep. Van alle milieuvergiftigingen, zowel de stoffelijke vervuiling als de verarming van de biodiversiteit, als ook de emotionele vergiftiging van de menselijke verhoudingen. Elk voor zich en allemaal samen brengen zij ons de crises die we nodig hebben om wakker te worden voor waar we mee bezig zijn.
Zij vertelt hoe de aarde als levend organisme ook bewustzijn heeft. Net als wij mensen kent ook het aardewezen verschillende dimensies: stoffen, processen, licht, bewustzijn … Die dimensies, zij kent er minstens zeven, werken steeds door elkaar heen. Zoals ook bij ons de fysieke, ether-, astraal- en ik-lichamen in en door elkaar heen werken.
Vandaag de dag treft zij overal een stroom van angstige onrust. Iedereen zoekt een balans tussen het oud-vertrouwde en het onbekende nieuwe, tussen de versleten gewoonten en de onzekerheid van dat wat er nog niet is. Vertrouwen in de toekomst kan niemand ons geven: we moeten die zelf in ons oproepen, opwekken: dan kunnen we er in groeien en al doende mee om leren gaan.

Op een vraag uit de zaal antwoordt ze dat onze huidige cultuur de voorjaars- en zomerkant van de werkelijkheid, los van de rest wil fixeren. Herfst en winter, waarin de uiterlijke wereld terugtreedt om ruimte te maken voor herstel, voor uitademing, voor reflectie en innerlijke rust: die kwaliteiten worden vermeden. Daar koop je niets voor, zo denken we vaak. Maar op die manier putten we de bestaande wereld volkomen uit en verhinderen we de vernieuwing. Op de vraag hoe je de elementenwezens om hulp kan vragen als je niet vrolijk en vriendelijk bent, schiet zij in de lach en zegt: "Dan kun je beter je beschermengel vragen: die kan je daarbij helpen. Dat is geen werk voor de elementenwezens."
Tenslotte geeft zij aan hoe zij de deelnemers aan de cursus de twee daaropvolgende dagen bij de elementenwezens zal introduceren. Aarde-, water-, lucht- en vuurwezens, maar ook persoonlijke raadgevers voor elk. Wat de overige luisteraars van die avond betreft heeft zij een prachtige uitsmijter: "Hoe meer je doet waarvoor je hier op aarde gekomen bent, hoe meer je de essentie van je levensdoel te pakken krijgt. En hoe meer alle elementenwezens die je daarbij nodig hebt naast je staan om je te helpen door hun deel van het werk te doen."

Het interview

De dag na Pinksteren kan ik haar interviewen. Ze vertelt: "Het is voor mij erg belangrijk gebleken om op de subtiele signalen te letten: die van mijn lichaam en die van gebeurtenissen om mij heen. Steeds als die optreden is er de neiging vanuit je hoofd te menen dat die niets voorstellen. Dat het slechts inbeeldingen of toevalligheden zijn. Veel later kun je je dan realiseren dat je daar beter op had kunnen letten. Dat had veel teleurstellingen kunnen voorkomen. Maar precies dat inzicht is toch ook het resultaat van het er aanvankelijk aan voorbij leven."
Zij verwijst naar de ongelovige Thomas, die zonder tastbaar bewijs zijn ogen niet kon of wilde geloven. Hoe minder geloof je hecht aan die subtiele hints van het leven, hoe sterker je je in jezelf afsluit uit angst en weerzin tegen de eigen, ontkende ervaringen, hoe sterker het verlangen diep binnen in je groeit om die andere wereld juist wél te ervaren. Net alsof je jezelf doof maakt en de wereld om je heen steeds harder moet praten, terwijl jij maar blijft roepen: Wat zeg je? Ik versta niet wat je zegt."
"Onze wetenschappelijke kennis van vandaag de dag zit ons erg in de weg om deze ervaringen toe te laten. Op zich is kritisch nadenken een belangrijke verworvenheid. Alleen: zouden we die niet vóór onze spontane ervaringen moeten zetten, als een gekleurde bril, maar achteraf. Dan kunnen we ook bewuster uitproberen en analyseren met welke bril of combinatie van brillen we de opgedane ervaringen het beste kunnen begrijpen."

"Er zijn voor elk mens twee elementenwezens. Ten eerste het lichaamswezen. Dat gaat van incarnatie tot incarnatie met ons mee en ontwikkelt zich met ons. Tussen dood en nieuwe geboorte heeft het pauze, maar vanaf de bevruchting waaruit wij het lichaam bouwen waarin wij geboren zullen worden is het actief in de vorming van onze vier lichaamsvormen: het stoffelijke, het levende, het gevoelige en het mentale (ik) lichaam. Het andere wezen is wat ik noem je elementenvriend. Dat is een nieuw soort wezen. Die orde van wezens, waartoe ook mijn leprechaun behoort, is opgebouwd uit trol, elf, fee enzovoorts. Voor elementenwezens hebben zij een hoge mate aan eigen individualiteit. Zij vormen een wereldwijde groep van wezens die op zoek zijn naar mensen die met hen willen samenwerken aan de verdere aardeontwikkeling.

Op mijn vraag of elementenwezens wel of niet aan strakke orde en regelmaat gehecht zijn, in huis, op het werk en in het algemeen, zegt zij: "dat is zeker zo, maar niet dodelijk strak en stijf. Het mag best wat losjes, als het maar geen chaos wordt. Dan zuigt het teveel kracht weg. Speelsheid is het toverwoord: ze genieten van humor. Ze staan open voor ontwikkeling."
De elementenwezens werken vooral met vorm, met het vormen van de wereld. Ze werken dus in de etherwereld, de wereld van de levenskrachten, die vorm geven aan alle processen en stoffen die daaruit ontstaan.
Engelen werken op hun beurt juist met de essenties, met de wezenlijkheid van het bestaan. Zij werken met dat wat de vormen vult, vervult en doordringt. Zij hebben kwaliteiten als vertrouwen, liefde en genezing beschikbaar voor de mensen. De elementenwereld levert materiaal en vorm voor de schaal die wij vormen om de engelwereld in te kunnen ontvangen."

Wat haar persoonlijke ontwikkeling betreft, en hoe zij daar nu zelf aan verder werkt, vertelt zij: "Het vermogen om de elementenwezens waar te nemen heb ik als kind in mezelf aangetroffen. Maar als volwassene wilde ik de bewustzijnsontwikkeling van de huidige mensen goed leren kennen. Ik schoolde mezelf als psychotherapeut en consultant voor organisaties.
In Ierland kwam het echt als een shock, een verrassing voor me dat de elementenwezens wilden dat ik de mensen over hun evolutie zou gaan vertellen. Terugkijkend is het een ontbrekend stuk, dat ik nodig had om mijn bijdrage te kunnen leveren aan het gezond maken van de aarde: het genezen van Gaia. Dat was en is een kernthema in mijn leven, en daarbij kwam de Ierse inwijding als geroepen, ook al had ik het zelf niet zo bedacht. Wel was ik daarvoor al meer dan tien jaar bezig geweest met groepen mensen naar de acupunctuurplaatsen van de aarde te reizen. Dat waren op zich ook al transformerende tochten voor mij en de deelnemers.
In mijn gewone consultant leven werk ik veel aan milieuvraagstukken van grote ondernemingen: strategische planning. Ook voor kerncentrales. Daarbij is mij een van de vreselijkste fouten van mijn leven overkomen. We zochten naar nieuwe toepassingen van die technologie omdat de centrales gesloten moesten worden. Ik deed een visualisatie met die mensen en daarbij kwam er een op het idee voedsel te bestralen. Ik deed wat ik kon om het hun uit hun hoofd te praten: hoe konden ze menen dat voedsel zo'n bestraling zou overleven. Maar ik kon het ze niet meer uit hun hoofd praten. Dat hangt nog steeds als een zwarte dag in mijn geweten."

"Als mens hebben we alle soorten van elementenwezens in ons. Voor alles wat we denken en voelen en doen, eten, verteren, slapen, ontwaken: bij alles wat we doen en laten hebben we de hulp van elementenwezens nodig. We maken dus ook gedachtevormen en oordeelsvormen. In mijn trainingen help ik mensen om de vormen die ze niet meer nodig hebben op te ruimen. Ik wil mensen leren zelf hun eigen vermogens te ontwikkelen, zodat ze zelf de verhouding met de elementenwezens kunnen opbouwen en verder ontwikkelen die zij zelf willen, die zij zelf nodig hebben en die zij de vorm geven die op dat moment bij hen past."
"Ik schrijf mijn boeken om mensen te vertellen dat die wereld van elementenwezens bestaat en toegankelijk is voor wie wil. Maar mijn bedoeling is ze daardoor aan te moedigen zelf aan de slag te gaan. Allereerst mijn cursussen te volgen en dat dan in hun dagelijkse leven inbouwen verder ontwikkelen en zo als het hen past."

Als ik opmerk dat Steiner ook altijd hoopte dat mensen zijn voordrachten niet zwelgend zouden opzuigen maar als aanmoediging zouden nemen om zelf hun bovenzinnelijke kenvermogens te scholen zegt zij: "Vroeg in mijn leven heb ik de Evangeliecycli van Steiner leren kennen en zo de toegang tot het Christendom weer teruggevonden. Verder heb ik nog maar weinig van zijn werk leren kennen. Maar uit wat ik er nu van weet moet ik zeggen dat ik me daar erg verwant mee voel. Ik zit op hetzelfde spoor, maar dan wel anders, namelijk nu, in deze tijd, en met mijn eigen opdracht. Wat mij wel opvalt is dat wat ik nu te vertellen heb over de elementenwezens met name bij antroposofen veel belangstelling vindt."

Over het omgaan met gaven aan de elementenwezens zegt ze: "Als je een glas melk, een stuk fruit of een stuk chocolade voor ze hebt neergelegd, is het de dag erna niet meer eetbaar. Zij hebben de levenskrachten er als hun voedsel uit genomen, en wat achterblijft is mest: goed voor de compost maar niet voor ons als voedsel. Met de hostie gebeurt het omgekeerde: daar worden brood en wijn met positieve energie verrijkt. Als je bidt voor het eten gebeurt dat ook al in zekere mate. Als je met eerbied en liefde eten klaar maakt dan maakt dat ook al uit. We hebben, bewust of onbewust, veel meer geestelijke invloed op de werkelijkheid in en om ons heen dan we gewend zijn te denken."

Een vraag over bd-preparaten vindt ze eigenlijk geen vraag voor de elementenwezens maar een voor de hogere hiërarchieën. Díe componeren en inspireren de wezenlijke vernieuwing van de aarde, waaraan de elementenwezens dan vervolgens met plezier en toewijding hun bijdrage leveren.
"Zeker, ook bedrijven, in de landbouw en daarbuiten, hebben hun elementenwezen, met daarbinnen alle deelwezens die je je maar voor kan stellen. Het regelwezen, het it-wezen, het voederwezen, het vruchtwisselingwezen, het vergaderwezen, het geldwezen: noem maar op. Door alles wat we doen scheppen we elementenwezens, in alles wat we waarnemen leven ze. Elk daarvan heeft zijn eigen karakter, z'n eigen energie, die we er ooit zelf aan gegeven hebben.
Traditie is er ook zo een. Die kan zo sterk zijn in een bedrijf, in een familie, in een stal of waar dan ook, dat de mensen die er werken er niet tegenop kunnen. Dan werkt zij dodelijk, mummificerend. Dat kan ook in verenigingen optreden. Denk maar aan wat ik eerder zei over hun behoefte aan orde en regelmaat enerzijds en die aan speelsheid, aan verandering, aan ontwikkeling anderzijds. Dat geldt hier ook. En niet in het minst voor de voordrachten die Steiner hield in het begin van de vorig eeuw. Zoals hij overigens zelf ook dikwijls benadrukte."

Even later zegt zij: "Ons denken schept vormen: dat zijn de elementenwezens; ons voelen vult de vormen met inhoud. Die gevoelens zijn meer engelachtig van karakter, zij maken de vormen levendig." En: "De huidige genentechnologie gaat bijzonder bruut en destructief om met de plantenwezens. Dat staat buiten kijf. Maar aan de andere kant is de benadering die eind vorige eeuw in Findhorn tot die geweldig grote groentes leidde óók niet alles.
Daar werd een techniek toegepast die succesvol was maar die niet tot in alle consequenties werd doorzien. Daarom zijn Dorothy Mclain en Peter Caddy er mee gestopt. De grote kunst is, ook bij gezonde veredeling, om je steeds af te vragen: wat zijn de gevolgen van mijn huidige daden voor zeven generaties na nu. In dit geval: wat vraagt de groei die ik teweegbreng met mijn landbouw van de aarde, van het water, de lucht, het landschap, de landbouwhuisdieren, de andere dieren enzovoort.
Eigenlijk zou je je dus als boer door het bedrijfssysteem als geheel, door het bedrijfsorganisme moeten kunnen laten vertellen of een door jou geplande maatregel hun past. Wat jouw planning, wat jouw bedrijfsvoering voor hun betekent. En daarmee ook voor het voedsel dat je produceert."

Tot slot geeft ze nog een boodschap aan de bd-boeren: "Vraag hulp aan de elementenwezens voor de juiste acties op je bedrijf, acties die de duurzame levenskwaliteit van het geheel ten goede komen. Maak één of meer plaatsen op je bedrijf waar zij, ongestoord door mensen, kunnen leven en hun stadse soortgenoten herstel, revitalisatie kunnen aanbieden. Een plekje natuur, met veel biodiversiteit."

Een week later krijg ik een mondeling verslag van de weekeindwerkgroep met Tanis Helliwell. Vrijwel alle deelnemers hebben, met hulp van door haar geleide meditaties, hun eigen lichaamswezen en ook een elementenwezen kunnen waarnemen. Daarbij was het vaak mogelijk met die wezens te spreken: een of meer vragen te stellen en die beantwoord te krijgen. Ook op de conferentie 'Tussen Bron en Actualiteit", midden juli op de Reehorst, hoor ik nog enthousiaste verhalen over ervaringen met elementenwezens, geïnspireerd op het werk met Tanis. Ik moet denken aan het verschil in acceptatie nu en in de tijd waarin 'BDmensen' als Frits Julius en Hans Wolterbeek, midden vorige eeuw, contact met de elementenwezens zochten, vonden en verzorgden. Mooi om daar nu weer bij aan te kunnen knopen.

Bron: www.demeter-bd.nl