met dank aan Stichting Demeter voor het mogen plaatsen van dit artikel.
OVER ONZE OMGANG MET ELEMENTWEZENS
![]() Dit artikel begin ik met een reeks citaten uit haar boek "Een zomer met het kleine volkje", uitgegeven in de Indigo reeks (Christofoor, Zeist, 2004). Die citaten staan steeds tussen aanhalingstekens. Daarna doe ik verslag van haar optreden in Driebergen en van ons gesprek bij mij. Ik sluit af met enkele ervaringen van deelnemers aan haar workshop.
Bij hun eerste ontmoeting vertelt de man-van-het-kleine-volkje, de
leprechaun aan de verbaasde Tanis: "Zie je, elementenwezens kunnen,
anders dan mensen, nooit tot scheppers op deze planeet worden.
Mensen hebben zich, vanaf het allereerste begin van hun evolutie,
getraind om schepper te worden. Een soort goden-in-opleiding,
zou je kunnen zeggen. Daarbij is de aarde dus jullie school. Mensen
beschikken over vrije wil, een noodzakelijkheid voor alle scheppers. En
jullie zijn het ras op deze planeet dat die gave heeft." "De gaven van de elementenwezens zijn die van het lachen, de blijheid en de schoonheid. De menselijke gaven zijn die van de wil, het handelen, het doen", hoort Tanis dan van haar leraar, die zijn naam niet kan noemen omdat hij dan zijn essentie blootstelt aan misbruik: bijvoorbeeld van lezers van het boek dat zij over hem en zijn lotgenoten gaat schrijven. In veel oude gemeenschappen waren zowel het noemen van namen als het elkaar direct in het gezicht kijken héél delicate handelingen, die alleen onder de juiste voorwaarden en op de geëigende momenten plaats mochten vinden. Toppunten van intimiteit: "voor wie ik liefheb wil ik heten …." dichtte Neeltje Maria Min ooit.
"Wij zijn op zoek naar mensen met wie we kunnen samenwerken,
zowel ten bate van onze beide rassen als ook tot heil van de Aarde als
geheel", vertrouwt het elementenwezen haar even verder in het boek
toe. Dat kan alleen als mensen in het kleine volkje geloven, als de
mensen beseffen dat zij de vreugde op aarde brengen, de schoonheid
van de natuur, van onze lichamen, van 'alles dat groeit en bloeit'.
"Als jullie in ons geloven, creëert dat versterkte denkvormen.
Als zij in het Ionagebouw in levende lijve over haar ervaringen vertelt, zie ik haar voor het eerst. Ze is klein van stuk, tenger gebouwd en heeft een hoge snelle lach, waarin ik de elementenwezens meen te horen mee lachen. Veel van de meer dan tweehonderd mensen die naar haar komen luisteren zijn blij verrast elkaar daar te zien: "Jij ook al? Wat leuk! Ik wist niet dat jij je ook voor het Kleine Volkje interesseerde." De komende zaterdag en zondag geeft Tanis dan voor zo'n vijftig van de aanwezigen een tweedaagse cursus over manieren om vorm te geven aan onze verhouding met deze, voor de meeste mensen vooralsnog onzichtbare wereld.
Zij opent de avond met de mededeling dat ze het nu vooral wil
hebben over de toestand van het wezen Gaia: onze aarde. Haar
boodschap is dat we, als we over de aarde nadenken, vooral bewust
optimistisch moeten blijven. Want daar waar we onze aandacht
op richten, daarheen gaat onze energie. Aandacht is energie. Veel
mensen blijken onbewust een groot deel van hun dagen te vullen
met het uiten van hun ongenoegen over alles wat ze aan storende
ervaringen tegenkomen. We schelden en klagen vaak veel meer dan
we willen weten. Op en over van alles en nog wat, tot aan onze
kinderen en onze partners toe. En omdat 'wat binnen in ons is ook
buiten om ons heen is', en omgekeerd, vullen we daardoor niet alleen
ons innerlijk maar ook de wereld om ons heen met negatieve energie.
Daarmee maken we, zonder het ons bewust te zijn, onszelf en de
wereld om ons heen steeds zieker.
Vervolgens neemt zij de positieve kant van alle negatieve
ontwikkelingen om ons heen onder de loep. Van alle
milieuvergiftigingen, zowel de stoffelijke vervuiling als de verarming
van de biodiversiteit, als ook de emotionele vergiftiging van de
menselijke verhoudingen. Elk voor zich en allemaal samen brengen zij
ons de crises die we nodig hebben om wakker te worden voor waar
we mee bezig zijn.
Op een vraag uit de zaal antwoordt ze dat onze huidige cultuur de
voorjaars- en zomerkant van de werkelijkheid, los van de rest wil
fixeren. Herfst en winter, waarin de uiterlijke wereld terugtreedt
om ruimte te maken voor herstel, voor uitademing, voor reflectie en
innerlijke rust: die kwaliteiten worden vermeden. Daar koop je niets
voor, zo denken we vaak. Maar op die manier putten we de bestaande
wereld volkomen uit en verhinderen we de vernieuwing. Op de vraag
hoe je de elementenwezens om hulp kan vragen als je niet vrolijk en
vriendelijk bent, schiet zij in de lach en zegt: "Dan kun je beter je
beschermengel vragen: die kan je daarbij helpen. Dat is geen werk
voor de elementenwezens."
De dag na Pinksteren kan ik haar interviewen. Ze vertelt: "Het is voor
mij erg belangrijk gebleken om op de subtiele signalen te letten: die
van mijn lichaam en die van gebeurtenissen om mij heen. Steeds als
die optreden is er de neiging vanuit je hoofd te menen dat die niets
voorstellen. Dat het slechts inbeeldingen of toevalligheden zijn. Veel
later kun je je dan realiseren dat je daar beter op had kunnen letten.
Dat had veel teleurstellingen kunnen voorkomen. Maar precies dat
inzicht is toch ook het resultaat van het er aanvankelijk aan voorbij
leven." "Er zijn voor elk mens twee elementenwezens. Ten eerste het lichaamswezen. Dat gaat van incarnatie tot incarnatie met ons mee en ontwikkelt zich met ons. Tussen dood en nieuwe geboorte heeft het pauze, maar vanaf de bevruchting waaruit wij het lichaam bouwen waarin wij geboren zullen worden is het actief in de vorming van onze vier lichaamsvormen: het stoffelijke, het levende, het gevoelige en het mentale (ik) lichaam. Het andere wezen is wat ik noem je elementenvriend. Dat is een nieuw soort wezen. Die orde van wezens, waartoe ook mijn leprechaun behoort, is opgebouwd uit trol, elf, fee enzovoorts. Voor elementenwezens hebben zij een hoge mate aan eigen individualiteit. Zij vormen een wereldwijde groep van wezens die op zoek zijn naar mensen die met hen willen samenwerken aan de verdere aardeontwikkeling.
Op mijn vraag of elementenwezens wel of niet aan strakke orde en
regelmaat gehecht zijn, in huis, op het werk en in het algemeen, zegt
zij: "dat is zeker zo, maar niet dodelijk strak en stijf. Het mag best wat
losjes, als het maar geen chaos wordt. Dan zuigt het teveel kracht
weg. Speelsheid is het toverwoord: ze genieten van humor. Ze staan
open voor ontwikkeling."
Wat haar persoonlijke ontwikkeling betreft, en hoe zij daar nu zelf
aan verder werkt, vertelt zij: "Het vermogen om de elementenwezens
waar te nemen heb ik als kind in mezelf aangetroffen. Maar als
volwassene wilde ik de bewustzijnsontwikkeling van de huidige
mensen goed leren kennen. Ik schoolde mezelf als psychotherapeut
en consultant voor organisaties.
"Als mens hebben we alle soorten van elementenwezens in ons.
Voor alles wat we denken en voelen en doen, eten, verteren, slapen,
ontwaken: bij alles wat we doen en laten hebben we de hulp van
elementenwezens nodig. We maken dus ook gedachtevormen en
oordeelsvormen. In mijn trainingen help ik mensen om de vormen die
ze niet meer nodig hebben op te ruimen. Ik wil mensen leren zelf hun
eigen vermogens te ontwikkelen, zodat ze zelf de verhouding met de
elementenwezens kunnen opbouwen en verder ontwikkelen die zij
zelf willen, die zij zelf nodig hebben en die zij de vorm geven die op
dat moment bij hen past." Als ik opmerk dat Steiner ook altijd hoopte dat mensen zijn voordrachten niet zwelgend zouden opzuigen maar als aanmoediging zouden nemen om zelf hun bovenzinnelijke kenvermogens te scholen zegt zij: "Vroeg in mijn leven heb ik de Evangeliecycli van Steiner leren kennen en zo de toegang tot het Christendom weer teruggevonden. Verder heb ik nog maar weinig van zijn werk leren kennen. Maar uit wat ik er nu van weet moet ik zeggen dat ik me daar erg verwant mee voel. Ik zit op hetzelfde spoor, maar dan wel anders, namelijk nu, in deze tijd, en met mijn eigen opdracht. Wat mij wel opvalt is dat wat ik nu te vertellen heb over de elementenwezens met name bij antroposofen veel belangstelling vindt." Over het omgaan met gaven aan de elementenwezens zegt ze: "Als je een glas melk, een stuk fruit of een stuk chocolade voor ze hebt neergelegd, is het de dag erna niet meer eetbaar. Zij hebben de levenskrachten er als hun voedsel uit genomen, en wat achterblijft is mest: goed voor de compost maar niet voor ons als voedsel. Met de hostie gebeurt het omgekeerde: daar worden brood en wijn met positieve energie verrijkt. Als je bidt voor het eten gebeurt dat ook al in zekere mate. Als je met eerbied en liefde eten klaar maakt dan maakt dat ook al uit. We hebben, bewust of onbewust, veel meer geestelijke invloed op de werkelijkheid in en om ons heen dan we gewend zijn te denken."
Een vraag over bd-preparaten vindt ze eigenlijk geen vraag voor
de elementenwezens maar een voor de hogere hiërarchieën. Díe
componeren en inspireren de wezenlijke vernieuwing van de aarde,
waaraan de elementenwezens dan vervolgens met plezier en
toewijding hun bijdrage leveren.
Even later zegt zij: "Ons denken schept vormen: dat zijn de
elementenwezens; ons voelen vult de vormen met inhoud. Die
gevoelens zijn meer engelachtig van karakter, zij maken de vormen
levendig." En: "De huidige genentechnologie gaat bijzonder bruut en
destructief om met de plantenwezens. Dat staat buiten kijf. Maar aan
de andere kant is de benadering die eind vorige eeuw in Findhorn
tot die geweldig grote groentes leidde óók niet alles. Tot slot geeft ze nog een boodschap aan de bd-boeren: "Vraag hulp aan de elementenwezens voor de juiste acties op je bedrijf, acties die de duurzame levenskwaliteit van het geheel ten goede komen. Maak één of meer plaatsen op je bedrijf waar zij, ongestoord door mensen, kunnen leven en hun stadse soortgenoten herstel, revitalisatie kunnen aanbieden. Een plekje natuur, met veel biodiversiteit." Een week later krijg ik een mondeling verslag van de weekeindwerkgroep met Tanis Helliwell. Vrijwel alle deelnemers hebben, met hulp van door haar geleide meditaties, hun eigen lichaamswezen en ook een elementenwezen kunnen waarnemen. Daarbij was het vaak mogelijk met die wezens te spreken: een of meer vragen te stellen en die beantwoord te krijgen. Ook op de conferentie 'Tussen Bron en Actualiteit", midden juli op de Reehorst, hoor ik nog enthousiaste verhalen over ervaringen met elementenwezens, geïnspireerd op het werk met Tanis. Ik moet denken aan het verschil in acceptatie nu en in de tijd waarin 'BDmensen' als Frits Julius en Hans Wolterbeek, midden vorige eeuw, contact met de elementenwezens zochten, vonden en verzorgden. Mooi om daar nu weer bij aan te kunnen knopen.
Bron: www.demeter-bd.nl
|